-
1 die
n. dobbelsteen; stempel; matrijs--------v. sterven; overlijden; verdrinken; verlangen ("slang")die1[ daj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 matrijs ⇒ stempel; gietvorm————————die2♦voorbeelden:the dice are loaded against him • het lot is hem niet gunstig gezindone of the dice • een dobbelsteen————————die3〈 werkwoord〉1 sterven ⇒ doodgaan, overlijden, omkomen3 uitsterven ⇒ wegsterven, wegteren4 verzwakken ⇒ verminderen, bedaren♦voorbeelden:die from/of an illness • sterven aan een ziektedie hard • maar langzaam verdwijnen, niet opgevenbe dying for a cigarette • smachten/snakken naar een sigaret -
2 the mystery died with him
the mystery died with him
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский